Deel III - Nieuwe paden zoeken in transitietijd
Deel III schetst reflecties op de Energietransitie, als voeding voor gesprekken over het lerend werken in de Energietransitie. Op basis van essays door een breed scala aan denkers.
De essays worden online gebundeld onder de noemer ‘Nieuwe paden zoeken in transitietijd: reflecties en inspiratie voor het werk in de energietransitie’. Ze zijn te vinden op www.transitietijd.nl.
Energiesysteem in transitie
Verleden, heden & toekomst
Om de toekomst te kunnen begrijpen, moeten we kijken naar het verleden. Ons huidige energiesysteem is door de eeuwen heen opgebouwd. Het energiesysteem is sterk verweven geraakt met onze economie, en vormt de basis hiervoor.
De fossiele bronnen die in Groningen werden gevonden waren hiervoor lange tijd een belangrijke aanjager.
Sinds het einde van de vorige eeuw vindt een omslag plaats naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame bronnen.
Steeds meer spelers, bedrijven, coöperaties en individuele inwoners geven gezamenlijk – al dan niet in afstemming met elkaar – het energiesysteem vorm. Iedereen stuurt maar niemand beslist. Er is namelijk niet één baas van het energiesysteem.
We zijn al een tijd op weg. De vorming van het nieuwe energiesysteem is daarmee al verder gevorderd dan we soms denken en ervaren. Lerend van andere transities, is het onwaarschijnlijk dat de uitkristallisering van de hoofdlijnen van het nieuwe systeem nog 10-15 jaar zal duren. Het is waarschijnlijker dat de basis al redelijk is gevormd.
Huidige ontwikkelingen
Het energiesysteem is volop in transitie. Er wordt veel geïsoleerd en ook minder gas verbruikt, zo blijkt uit de cijfers. Ook is er een enorme toename aan zonnepanelen, windturbines, laadpalen en warmtepompen.
De manier waarop we energie besparen, opwekken en transporteren verandert daarmee razendsnel. Het huidige centraal ingerichte energiesysteem is hier niet op toegerust.
Een transitie is geen rechte lijn, maar verloopt kronkelig: vol tegenvallers én verrassingen. Het nieuwe systeem is zich aan het vormen. De eerste contouren zijn zichtbaar: elektriciteit vormt de basis, naast centraal wordt het energiesysteem meer decentraal, en er komt meer betrokkenheid, zeggenschap en eigenaarschap voor inwoners en ondernemers.
De transitie gaat gepaard met onontkoombaar ongemak, zoals netcongestie en het wel/niet afschaffen van salderen. Dit leidt tot onzekerheid bij inwoners en ondernemers. Investeringsbeslissingen worden minder snel genomen. De betrouwbaarheid van de overheid staat ter discussie, omdat we het gevoel hebben de grip en controle kwijt te zijn.
Grip op de chaos
We moeten de huidige infrastructuur beter benutten, lokaal gebruiken wat lokaal wordt opgewekt en het netwerk sneller uitbreiden om de gewenste omslag van het energiesysteem te kunnen maken.
Betaalbaarheid en toegang tot energie is belangrijker dan ooit. Dit vraagt erom vanuit verschillende invalshoeken naar de transitie te kijken.
Zie ook het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Energiesysteem van de toekomst?
Het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) geeft visie en richting aan het toekomstig energiesysteem. Hierin wordt naast het centrale systeem ook het decentrale energiesysteem steeds belangrijker.
Hét energiesysteem van de toekomst bestaat echter (nog) niet. In de praktijk zijn er verschillende benaderingen en denkbeelden over wat dat energiesysteem van de toekomst is. De invloed van deze benaderingen en denkbeelden op de ontwikkeling van het toekomstige energiesysteem hangt af van keuzes en sturing.
Veel van de ontwikkelingen in de energietransitie zijn gestoeld op het denken in termen van de Wereld van A. Ontwikkeling vindt nog weinig plaats vanuit het toekomstperspectief, de Wereld van B.
Om meer zicht te krijgen op waar we ons in de transitie bevinden is een diverse groep ‘denkers’ vanuit verschillende disciplines gevraagd om reflectie en inspiratie. Als hulp bij het voeren van gesprekken met de toekomst voor ogen, op nationaal, regionaal en lokaal niveau.
De eerste inzichten zijn nu opgenomen in deze foto, meer inzichten volgen de komende tijd. Zie: https://transitietijd.nl/essays
Ook is met een Participatie Waardenevaluatie (PWE) actuele inzichten opgehaald die inzicht geven in wat mensen in de samenleving belangrijk vinden (zie deel 2 van deze foto).
Puzzelen in de wereld van B
‘Puzzelen’ aan het nieuwe energiesysteem gebeurt grotendeels volgens bestaande methoden en spelregels. Zo wordt veel gestuurd op ontwikkeling van het energiesysteem vanaf de tekentafel. Ook wordt ingezet op directe vervanging van de huidige energievraag. Bestaande systemen worden verder verduurzaamd en geoptimaliseerd (van A naar B via A’).
Het toekomstige energiesysteem zal er significant anders uitzien dan het huidige energiesysteem. We zijn namelijk afhankelijk van andere bronnen van energie, die worden beïnvloed door het weer, en andere energiedragers vormen de basis van het systeem.
Hierom werken de bestaande methoden en spelregels niet per definitie voor het inrichten van het systeem van de toekomst. Huidige regelgeving zit de ontwikkeling van het decentrale energiesysteem in de weg. Ook botst het centrale systeem met het van onderaf ontwikkelen van decentrale energieoplossingen.
Hierom is het nodig het nieuwe energiesysteem te ontwikkelen vanuit de Wereld van B. En te accepteren dat onderdelen van het oude systeem tijdens de transitie afgebroken worden.
Uit de essays op www.transitietijd.nl
Derk Loorbach: “Vanuit transitieperspectief is het nodig om veel scherper aan de wind te varen door niet het bestaande systeem, maar de mogelijkheid van een eerlijke, betaalbare, duurzame en veel kleinere of in elk geval meer decentrale energievoorziening echt als uitgangspunt te nemen. Een energiesysteem dat zo min mogelijk energie, grondstoffen en ruimte claimt maar wel maximale maatschappelijke waarde creëert.”
Martijn van der Steen: "Wanneer er iets veranderd moet worden is “een veelgebruikt en vanzelfsprekend gebracht antwoord (…) om over te gaan tot een tekentafel-aanpak: ingenieurs die het systeem top-down opnieuw vormgeven, en vanuit dit perspectief formuleren hoe optimaliteit, volgordelijkheid en leidende principes er uit moeten zien."
Martijn van der Steen: "Dit is niet de manier. We moeten denken vanuit de principes van B: “En om zo, al puzzelend via B te komen tot een energietransitie die in de praktijk de klimaatdoelen én de daarbij passende nieuwe samenleving dichterbij brengt. Welk plaatje er dan precies vanuit de puzzel verschijnt is onbekend; hoe we er komen dus wel. Puzzelend via B.”
Marlies Honingh: "..gaat het hier om een samenspel tussen natuurlijke elementen, waarnemingen, menselijk afwegingen, handelingen, regels en technische mogelijkheden".
Nieuwe spelregels
Puzzelen in de wereld van B vindt plaats in een andere context dan ‘normaal’ puzzelen: de puzzel is incompleet en kent vele puzzelaars tegelijkertijd. Hierdoor wordt het complex en is het eindbeeld nog niet duidelijk.
De energietransitie vraagt om systeemverandering voor een meer lokaal, flexibel, intelligent en democratisch systeem (van A naar B via de principes van B). Hiervoor zijn technische en sociale innovaties nodig, aangepaste wetten en regels, nieuwe financieringsvormen én nieuwe manieren van samenwerken.
Bijvoorbeeld:
- Vraag en aanbod in balans.
- Juridische verankering van de mogelijkheden tot het onderling delen en uitwisselen van energie.
- Andere opbouw en verdeling van kosten voor warmtenetten om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen warmte en elektriciteit.
- Versterking van lokale initiatieven (zie ook het voorstel ‘Lokale daadkracht versterkt’ van het Nationaal Klimaat Platform).
Uit de essays op www.transitietijd.nl
Guido Rijnja: "Regionale aanpakken staan of vallen bij de mate waarin het eigene van het gebied wordt onderkend en benut." Dit vraagt om nabijheid en vertrouwdheid en schakelen tussen emotie en een meer cognitieve insteek."
Martijn van der Steen: "Het centrale doel is om een gedeeld belang te maken van het behouden van netbalans, wat de basis vormt voor het realiseren en concretiseren van oplossingen. Indien nodig kunnen centrale kaders en/of realisatiekracht en doorzettingsmacht worden ingezet om dit proces te ondersteunen."
Derk Loorbach: "De grote vraag zou moeten zijn welke elementen uit het centrale regime we wel achter ons zouden moeten laten of moeten uitfaseren en hoe we deze dan vervangen door decentrale elementen. Anders gezegd: hoe het centrale regime zich zo verbindt met het decentrale dat er een duurzaam energiesysteem ontstaat in brede zin: sociaal, ecologisch en economisch.”
Marlies Honingh: "Het gaat er met andere woorden om dat de personen om wie het gaat geen stille toehoorders worden, maar dat hun leefwereld gekend wordt en dat zij in staat zijn om zelf hun ervaringen en zienswijzen te articuleren. Dit ideaalbeeld van een dialoog roept de vraag op naar houdingen en werkwijzen die hierbij ondersteunend zijn."
Nieuwe onderlinge verhoudingen
Mensen en systemen zijn van nature gericht op stabiliteit, behoud en geleidelijke verbetering.
In een transitie verandert de onderlinge relatie tussen overheid, inwoners en bedrijven. Mensen en ondernemers zijn op zoek naar een groter verband.
Steeds meer inwoners en ondernemers zijn naast consument ook producent van energie (prosumenten). Nieuwe coalities, coöperaties en andere gemeenschappen ontstaan doordat mensen nieuwe mogelijkheden ontdekken en samenwerken op grond van gedeelde gemeenschappelijke waarden.
Lokaal eigenaarschap kan leiden tot een duurzamer én rechtvaardiger energiesysteem. Het vergt niet alleen technische maar ook sociale innovatie. Sociale innovatie past goed in de wereld van B, maar is in de huidige wereld van A nog lastig te verbeelden en te verwerkelijken. Dat maakt het aanlokkelijk om door te gaan langs de bekende weg en de wereld van B nog even uit te stellen.
Fundamentele verandering vraagt om moed en vertrouwen.
Uit de essays op www.transitietijd.nl
Derk Loorbach: "'Decentraal’ betekent hier niet alleen lokaal, maar ook alles wat vanuit het centrale regime beschouwd lastig is: maatwerk, flexibel, effectief maar niet altijd efficiënt. Het betekent lokaal waardebehoud (en dus geen automatisch verdienmodel voor grote bedrijven) en is zelfgeorganiseerd."
Guido Rijnja: Mensen worden gedreven door nieuwsgierigheid en gaan vervolgens op zoek naar nabijheid en vertrouwdheid. "Alles begint bij contact en het vermogen om je te kunnen verbinden: eigen maken wat op je af komt […] De vraag is hoe mensen bij het eigen maken de stap maken van het eigen, private domein naar de maatschappelijke arena […] waarmee we van eigen maken kunnen komen tot gemeenschappelijk maken."
Martijn van der Steen: "Dat is volgens ons de essentie van puzzelen via B: in het samenspel tussen nevengeschikt en hiërarchisch, tussen bottom-up en top-down, en tussen decentraal en centraal, steeds beginnen vanuit het eerste (B) in plaats van het tweede (A)."
Marlies Honingh: "Energie heeft een veel bredere betekenis in de samenleving en werkt op tal van manieren door in de leefwereld en leefomgeving van burgers. Het gaat bijvoorbeeld ook over mee kunnen doen in de samenleving, de kwaliteit van de eigen leefomgeving, mobiel zijn, mee kunnen doen met ontwikkelingen en daarmee gaat het samengevat over de ervaren kwaliteit van leven en het in- en uitsluiten van mensen."
Slagkracht van burgerinitiatieven vergroten
Het aantal maatschappelijke initiatieven groeit.
Een brede en diverse groep Nederlanders neemt gezamenlijk initiatieven om meer grip te krijgen op hun levensomstandigheden en hun leefomgeving.
Deze initiatieven dragen bovendien bij aan de grote opgaven waar we voor staan, zoals die van de energietransitie.
Het NKP heeft afgelopen jaar samen met maatschappelijke organisaties onderzoek gedaan naar punten waar inwonercollectieven tegenaan lopen en mogelijke acties.
Nationaal Programma Maatschappelijk Initiatief
Om lokaal initiatief te versterken en het potentieel optimaal te benutten pleit het Nationaal Klimaatplatform (NKP) voor een Nationaal Programma Maatschappelijk Initiatief.
Dit programma heeft als doel om de positie en rol en daarmee de slagkracht van burgerinitiatieven en energiegemeenschappen te versterken door in te zetten op de volgende vijf hoofdpunten:
- Bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking in wijken en op bedrijventerreinen
- Versterking van de juridische positie van maatschappelijke initiatieven
- Ondersteuning met laagdrempelig beschikbare expertise
- Versterking van de uitvoeringskracht
- Lessen leren uit de lokale praktijk