Deel II - Signalen uit de omgeving
Deel II presenteert signalen, boodschappen en bevindingen uit de omgeving naar aanleiding van de RES’en.
In de media
Reactie van partners
Reactie van Participatiecoalitie
Zelfs doelstelling 35 TWh in 2030 onder druk
Nu het lange termijndoel van 55 TWh steeds verder buiten beeld raakt, wordt het des te urgenter om het middellange termijn doel van 35 TWh wel te halen. Maar ook die komt nu onder druk te staan. De knelpunten voor het tijdig halen van deze doelen zijn bekend, hoe zorgen we dat desondanks de versnelling wordt ingezet en de doelen tijdig gehaald worden?
Natuur-inclusiviteit bij netinfra & kennisontwikkeling
De komende jaren wordt de netinfrastructuur fors uitgebreid. Goede inbedding van natuur en landschap bij deze transitie is daarbij essentieel voor draagvlak bij inwoners en versterken van natuurwaarden, bovenop het versterken van natuur-inclusiviteit van toekomstige wind- en zonprojecten. Ook merken we gebrek aan kennis bij dit onderwerp bij lokale overheden. Training en opleiding, m.b.t. voorkeursvolgorde zon en de SDE++ zijn nodig voor lokale borging van natuur-inclusiviteit.
Lokaal eigendom in beleid en praktijk
Lokaal eigendom is bij slechts 1 op de 5 gemeentes (bij wind op land) en 1 op 3 gemeentes (bij zon op land) daadwerkelijk in beleid geborgd. Los van het achterblijvende beleid, blijft ook in de praktijk het aandeel van lokaal eigendom nog altijd achter. Óók in de gebieden met veel actieve bewonersinitiatieven. Zie: de knelpuntenanalyse in de Lokale Energie Monitor 2023. Er is verdiepend onderzoek nodig om de casuïstiek rondom het uitblijven van lokaal eigendom in dit soort casussen te doorgronden.
Benut zichtbare kracht van 1400 lokale initiatieven beter
De Lokale Energie Monitor 2023 laat een landelijke dekking zien van 714 burgerenergiecollectieven met rechtsvorm en nog eens 700 bewonersinitiatieven zonder rechtsvorm. Vanuit de PC ondersteunen we RES-regio’s, provincies en gemeenten graag in het benutten van deze maatschappelijke kracht, zodat de ervaring , kennis en kunde van de dagelijkse praktijk in de energietransitie ook zijn weg vindt bij de lokale overheden. Ondersteun deze burgerexperts lokaal en op een passende manier zodat zij hun rol in de transitie kunnen pakken (naast de rol van gemeenten, ontwikkelaars en netbeheerders).
Deel stand van zaken in beeld
Vertel het eerlijke verhaal en maak met en voor bestuurders, beleidsmakers en bewoners heel duidelijk hoe het er voor staat met duurzame opwek in de regio. De NVDE doet dat met GreenEnergyDay op inspirerende wijze. Zo worden de verschillen tussen regio’s ook duidelijker en weten inwoners en lokale ondernemers hoe het er voor staat met de energietransitie in de regio waar zij wonen en werken. Zo geef je een gezicht aan regionale kracht en successen.
Reactie van NVDE
De energietransitie op land heeft een belangrijk kantelpunt bereikt. Aan de ene kant is het aandeel hernieuwbare energie in 2023 gestegen tot 17%, onder andere door een spectaculaire groei van opwek uit wind (25%) en zon (17%). Hoewel deze toename (de afgelopen jaren) maar ten dele op land is gerealiseerd, is de RES aanpak zeker debet aan dit succes. Het is dan ook paradoxaal te moeten constateren dat de versnelling voor opwek op land alweer dreigt af te vlakken. Dat terwijl versnelling juist geboden is.
Met de huidige obstakels is het doel van 35 TWh met een grote inspanning weliswaar nog te halen, maar is het streefdoel van 55 TWh buiten beeld geraakt. Dat is problematisch. In het rapport Alles uit de kast werd voorgerekend dat de aanscherping van het Klimaatdoel van Rutte IV van 49 naar 55% CO2-reductie een groei betekent van de elektriciteitsvraag van 120 TWh nu, naar 200 TWh in 2030 (een 2/3e groei). In het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet wordt dat doel onderschreven. Niet alles kan op zee. Groei van het aandeel hernieuwbare opwek op land is daarbij onmisbaar.
Geef het decentrale bestuur het primaat terug
De filosofie achter de RES-aanpak was dat het decentrale bestuur het beste in staat is te bezien waar welke vorm van hernieuwbare energie kan worden opgewerkt. Beter dan opgelegde doelen van bovenaf zouden lokale overheden kunnen kijken wat behapbare en haalbare doelen voor een regio zijn. Dat model heeft goed gewerkt, maar is onder druk komen te staan door regels van het Rijk die de keuzevrijheid flink hebben ingeperkt. Biomassasubsidies werden afgeschaft en zon op land werd sterk gereguleerd.
Voor wind zijn we zijn nog in afwachting van strengere regels en een afstandsnorm. Om de RES-aanpak te laten werken, moeten er geen nieuwe nationale belemmeringen voor de energietransitie worden opgeworpen. Geef gemeenten en provincies de ruimte om hun eigen keuzes te maken.
Zet het gesprek voort over doelen na 2030
Ook na 2030 gaat de energietransitie voort. Het is belangrijk dat een nieuwe minister de ingezette lijn van minister Jetten om tot afspraken te komen voor doelen na 2030 voortzet. In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), dat dit voorjaar door de Tweede Kamer werd vastgesteld, wordt gerekend met stevige doorgroei van zon en wind op land. In 2050 zou de opwek van wind op land moeten verdubbelen ten opzichte van 2030 en van zon verdrievoudigen. Het is tijd handen en voeten te gaan geven aan deze ambities en het gesprek aan te gaan met medeoverheden over de vormgeving van hun eigen energiesysteem.
Heb oog voor de financiële noden van burgercoöperaties en marktpartijen
De businesscases van nieuwe zonne- en windprojecten staan stevig onder druk. Na jarenlang steeds goedkopere projecten te hebben gerealiseerd, worden ontwikkelaars (zowel burgercoöperaties als marktpartijen) momenteel geconfronteerd met stevige kostenstijgingen als gevolg van hogere bouwkosten, personeelsschaarste, zeer lange doorlooptijden, eisen aan participatie en inpassingen en de gevolgen van netcongestie. Blijf dus kijken hoe bijvoorbeeld het subsidie-instrumentarium helpt voorkomen dat de pijplijn aan nieuwe projecten opdroogt door deze (markt)omstandigheden.
Reactie JongRegio
Uitdagingen in de harmonisatie
Op nationaal en regionaal niveau zijn diverse programma's gestart die gericht zijn op het ontwikkelen van energiesystemen die essentieel zijn voor een duurzame toekomst. Dit kan echter soms leiden tot extra complexiteit en verwarring, zowel bij beleidsmakers als in de samenleving. Door het grote aantal programma's en hun complexiteit neemt de cohesie tussen verschillende programma's af, wat kan resulteren in inefficiënties en uitdagingen op het gebied van samenwerking en consistentie binnen het nationale energiesysteem. Daarnaast ontwikkelen regio’s en gemeenten steeds vaker hun eigen energievisies en -programma’s. Hoewel deze lokale initiatieven goed inspelen op maatwerk, dragen ze ook bij aan een verminderde harmonisatie en centraliteit van de RES.
Verschillen in ambities tussen regio’s
Er is een significante variatie in de ambities en voortgang van energietransitieprojecten tussen regio's. Terwijl sommige regio's sterke, gedetailleerde energievisies hebben en substantiële vooruitgang boeken, blijven andere regio's achter met minimale energieplannen. Dit verschil benadrukt de noodzaak voor verdere coördinatie en ondersteuning om een gelijkmatige toegang tot duurzame energie en een gelijke snelheid van de energietransitie in het hele land te waarborgen.
Belang van jongerenparticipatie
We zien dat jongerenparticipatie binnen de regionale energiestrategieën cruciaal blijft, vooral gezien de langetermijnimpact van huidige beslissingen op jonge en toekomstige generaties. In de complexiteit van de energietransitie wordt de stem van jongeren soms nog over het hoofd gezien. Het is van essentieel belang dat jongeren actief betrokken blijven bij de besluitvorming om ervoor te zorgen dat hun perspectieven en innovatieve ideeën bijdragen aan duurzame oplossingen en het succes van de energietransitie.
Energieonafhankelijkheid
De huidige geopolitieke dreigingen benadrukken de urgentie van nationale energieonafhankelijkheid. We zien dat het nieuwe kabinet zich in wil blijven zetten voor het behalen van klimaatdoelstellingen, maar dat er nog onduidelijkheden zijn over de realisatie van zonne- en windprojecten. Deze projecten zijn een cruciaal onderdeel van de energiemix en het is belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over hoe deze projecten gerealiseerd kunnen worden om onze energievoorziening te waarborgen.
Randvoorwaarden
De uitvoering van regionale energiestrategieën vraagt om aanpassing van juridische en financiële randvoorwaarden. Onorthodoxe maatregelen en nieuwe kaders zijn nodig om de versnelling van duurzame energieprojecten mogelijk te maken. We merken dat deze veranderingen soms vertraging veroorzaken en dat er behoefte is aan meer duidelijkheid en ondersteuning om projecten effectief te kunnen realiseren. Dit heeft directe invloed op de betrokkenheid en het succes van jonge ondernemers in de energietransitie.
Perspectief van inwoners
Onderzoek naar voorkeuren van inwoners bij het realiseren van meer duurzame energie
Zo laag mogelijke kosten zijn voor de meeste mensen het belangrijkste principe bij de transitie naar duurzame energie. Dit wordt belangrijker gevonden dan vroeg invloed kunnen uitoefenen en financiële compensatie voor mensen die overlast ervaren. Dat blijkt uit onderzoek van Populytics, in opdracht van het NP RES. In dit onderzoek gaven 2.791 Nederlanders hun mening over belangrijke principes bij duurzame opwek, warmte en netcongestie.
Het recente onderzoek is een herhaling van een onderzoek in 2022. De resultaten liggen met elkaar in lijn, wat betekent dat de voorkeuren van mensen in de energietransitie ongewijzigd lijken. Zo blijkt wederom dat de grootste voorkeur van mensen uitgaat naar zo laag mogelijke kosten voor iedereen. Ook vinden mensen het behoud van natuur en landschap en het voorkomen van stroomstoringen belangrijk.
Toename van kosten om overlast te voorkomen
Hoewel lage kosten de grootste voorkeur hebben, blijkt uit het onderzoek dat mensen wel bereid zijn om extra te betalen voor dingen die zij belangrijk vinden. Zo zouden mensen maandelijks tot 73 euro meer willen betalen om veel overlast voor planten en dieren te voorkomen, en iets minder bij veel overlast voor mensen. Hieruit blijkt dat lage kosten belangrijk zijn, maar een toename (met goede reden) acceptabel is.
Overlast, invloed en compensatie
Opvallend aan het onderzoek is dat de mate van overlast, invloed en compensatie minder belangrijk worden gevonden dan andere principes. Toch zijn dit veelgenoemde discussiepunten bij duurzame opwekprojecten op lokale schaal.
Verdeeldheid over de beste oplossingen voor netcongestie
Naast duurzame opwek zijn mensen gevraagd naar oplossingen voor netcongestie. Over de elf voorgelegde maatregelen blijken mensen geen sterke voorkeuren te hebben. Dit kan te maken hebben met onbekendheid met de thematiek. Wel is duidelijk dat ook hier de kosten van maatregelen, zowel nationale als individuele kosten, een rol spelen in de voorkeuren.
Geen verschil tussen mensen uit de stad of het landelijke gebied
Overkoepelend wijst het onderzoek uit dat tegenstellingen tussen groepen klein zijn. Er zijn nauwelijks verschillen tussen mensen uit de stad of landelijk gebied, dan wel tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus of verschillende leeftijden.
Over het onderzoek
In 2022 heeft het NP RES een onderzoek laten uitvoeren om inzicht te krijgen in de voorkeuren van inwoners voor het realiseren van meer schone energie. Populytics heeft dit onderzoek in 2024 herhaald en verdiept op het thema netcongestie.
Meer weten?
De volgende pagina’s gaan dieper in op de drie onderdelen van het onderzoek. Voor het volledige rapport, klik hier of neem contact op via info@populytics.nl.
Mensen uit Nederland hebben een duidelijke volgorde van prioriteiten bij duurzame energie
Resultaten onderdeel 1: deelnemers maakten keuzes tussen zeven principes over opwek van duurzame energie.
Inzichten
Mensen uit Nederland hebben een duidelijke volgorde van prioriteiten. Deze volgorde is ongewijzigd ten opzichte van de meting in 2022.
De kosten voor iedereen zo laag mogelijk houden heeft de grootste prioriteit. Belangrijkste reden voor deze prioriteit is de zorg over draagkracht. Deelnemers geven aan dat het leven nu al zo duur is en hebben de zorg dat mensen straks niet meer rond kunnen komen.
Zo vroeg mogelijk invloed kunnen uitoefenen, lagere energiekosten voor inwoners in regio’s waar schone energie wordt opgewekt en extra geld voor inwoners die last hebben, hebben de laagste prioriteit.
Afwegingen die bij veel gemeenten spelen rondom grote duurzame opwekprojecten zien we terug in het onderzoek. Waarden als betaalbaarheid, eerlijkheid/rechtvaardigheid en haalbaarheid staan centraal in de afwegingen. Verschillen van mening zitten met name op deze waarden.
Inwoners zijn bereid extra energielasten te accepteren om veel overlast voor plant, dier of mens te voorkomen
Resultaten onderdeel 2: deelnemers wogen het belang van zes verschillende kenmerken van een aanpak.
Inzichten
De mate waarin beleid toestaat dat mensen en planten of dieren last mogen hebben, is veruit het belangrijkst voor Nederlanders. In vergelijking met de andere elementen, zijn mensen in sterke mate tegen toestaan dat mensen veel last mogen hebben van projecten. En zelfs nog sterker tegen toestaan dat planten en dieren veel last mogen hebben. Nederlanders zijn bereid om maandelijks tussen de 63 en 73 euro extra energielasten te dragen om dit te voorkomen.
Er is ook een groep waarvoor de kosten het enige is dat telt. Zij adviseren de aanpak die de laagste kosten met zich meebrengt. Dat geldt voor 15% van de deelnemers. 4% van de deelnemers laat zich juist volledig leiden door hoeveel last planten en dieren mogen hebben, en 1% door hoeveel last mensen mogen hebben.
Nederlanders zijn nog steeds bereid te betalen zodat we zeker zijn dat we de doelen voor schone energie halen. De betalingsbereidheid voor zekerheid over het behalen van de doelen is 22 euro per huishouden per maand, vergelijkbaar met de meting in 2022. Wat wel verschilt met de nulmeting, is dat men geen waarde hecht aan ‘waarschijnlijk’ de doelen halen.
Als het gaat om financiële participatie, willen inwoners graag dat de winst van projecten gedeeld wordt met de omgeving. Zij hebben liever dat de winst met alle inwoners wordt gedeeld of dat de omgeving beter wordt gemaakt, dan alleen winstdeling met mede-eigenaren.
Geen sterke voorkeuren voor maatregelen om netcongestie tegen te gaan
Resultaten onderdeel 3: deelnemers maakten keuzes tussen elf maatregelen om netcongestie tegen te gaan.
Inzichten
Er is verdeeldheid over welke maatregelen mensen kiezen en waarom. Er blijkt dus geen gedeeld antwoord op de vraag wat een goede manier is om met netcongestie om te gaan. Wel spelen waarden als eerlijkheid, betrouwbare overheid en effectiviteit een grote rol in de afwegingen.
Opvallend is dat de helft van de deelnemers niet adviseert om extra kabels en elektriciteitshuisjes te plaatsen, terwijl dit een maatregel is waar netbeheerders momenteel wel aan werken. Mensen geven hierbij aan dat dit een hele dure maatregel is (in verhouding tot andere maatregelen) en dat het leidt tot overlast.
Verdeeldheid in keuzes betekent verschillen in draagvlak. Bij iedere maatregel is er een aanzienlijke groep die liever andere maatregelen kiest. Er lijkt nog een stap te moeten worden gezet worden om het begrip over, dan wel de acceptatie voor, de maatregelen te verhogen.
Deelnemers lijken minder kennis te hebben van het thema netcongestie dan van de brede energietransitie. Dat blijkt uit de antwoorden die mensen geven bij de verschillende vragen hierover. Hoewel het beide in de aard technische thema’s zijn, kan het verschil verklaard worden doordat netcongestie een probleem is dat pas recenter besproken wordt.