Deel I - Stand van zaken in de 30 RES-regio's

Deel I presenteert de stand van zaken van de 30 RES-regio’s.

Balanceren in transitietijd

Klimaatdoelen staan, en vragen nog veel inzet


Wat het Hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie precies gaat betekenen voor de Energietransitie en daarbinnen de RES’en wordt duidelijk bij de uitwerking ervan. De klimaatdoelen en -afspraken blijven staan. Andere zinsneden in het Hoofdlijnenakkoord over windmolens sluiten aan bij de huidige uitvoeringspraktijk op tal van plekken in provincies en gemeenten.

Het realiseren van het doel van 35 TWh in 2030 vraagt nog om realisatie van concrete wind- en zonprojecten. Dit doel wordt alleen gehaald als veel projecten ook daadwerkelijk voor 2030 worden uitgevoerd. Hierbij spelen diverse knelpunten.

Het realiseren van de gezamenlijke ambitie van 55 TWh staat onder grote druk als gevolg van nieuwe of gewijzigde keuzes in wet- en regelgeving, (aangescherpt of nieuw) beleid van Rijk en provincies en het Hoofdlijnenakkoord. De 55 TWh zal niet in 2030 gehaald worden.

Klimaat doelen staan, en vragen nog veel inzet. Decoratieve afbeelding met een kaart met de RES regio's in Nederland en een tijdlijn met 55 TWh.

Regio’s zetten stappen, maar uitvoering is taai


Het speelveld van de RES is voortdurend in beweging: realiseren van projecten vraagt wat anders dan het samen neerzetten van een gedeelde ambitie. Rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RES-partijen veranderen.

Netcongestie is een onverminderd groot probleem in alle regio’s. De groei van het aantal warmtepompen, laadpalen en zonnepanelen, verduurzaming van bedrijven en het realiseren van nieuwe woningen gaat sneller dan er nieuwe energie-infrastructuur bijgebouwd wordt. Groot- en kleinverbruikers gaan geraakt worden door netcongestie. Tegelijkertijd ontstaan steeds meer initiatieven die bijdragen aan het verminderen van netcongestie.

De aangescherpte voorkeursvolgorde zon en de aangescherpte nieuwe milieunormen voor windenergie vertragen of bemoeilijken het realiseren van het RES-bod in veel regio’s. Bestuurders en ambtenaren zetten zich in om de afspraken na te komen, maar de randvoorwaarden maken het moeilijk en soms onmogelijk. Er zijn minder mogelijkheden voor zon op land en minder geschikte locaties voor windenergie.

De solidariteit tussen regio’s komt onder druk te staan als gemeenten of regio’s de RES-afspraken niet willen nakomen.

De schaarste aan ruimte wordt steeds zichtbaarder. Bedrijvigheid en (nieuwe) woningbouw hebben bijvoorbeeld energie nodig, maar de ruimte is beperkt. Ook vinden nieuwe ontwikkelingen plaats, zo is er vanuit Defensie een extra ruimteclaim gekomen. Wat de gevolgen hiervan zijn voor de geplande duurzame opwek op land is nog niet duidelijk. De Nota Ruimte probeert een balans te vinden tussen verschillende ontwikkelingen die ruimte vragen. Het voorontwerp is onlangs openbaar geworden.

Praktijk: Dronten - energie uit parkeren én het stroomnet ontlasten

Duurzame opwek, direct gebruik en opslag van energie én parkeren: de PowerParking naast het gemeentehuis in Dronten doet het allemaal. Midden in het centrum en zonder het stroomnet extra te belasten. Wat is daarvoor nodig?

Lees verder: Solarcarport Dronten

Geert Gielen (gemeente Dronten) bij PowerParking Dronten. Een solarcarport
Door: Helpdesk Zonopwek
Interbestuurlijke verhoudingen veranderen

Interbestuurlijke verhoudingen veranderen


Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten en netbeheerders hebben allen een rol in het decentrale energiesysteem én de uitvoering van wind- en zonprojecten. Samen met energiecoöperaties, maatschappelijke organisaties en marktpartijen.

Beslissingsbevoegdheden zijn breder verspreid. Dit leidt tot nieuwe governance-vragen: Welke tafels gebruiken we voor welk onderwerp? Wie beslist waarover? Naast besluitvorming is ook afstemming en samenwerking essentieel om samen het toekomstig energiesysteem te realiseren.

Overheden zijn begonnen met integraal programmeren. In samenwerking met o.a. netbeheerders en gemeenten leverden provincies een eerste pMIEK op. Ook wordt in de provincies gewerkt aan het opstellen van energievisies. Afstemming hierover vindt plaats in Energyboards.

In verschillende regio’s ontstaat spanning doordat provincies stevig inzetten op de realisatie van de gezamenlijke afspraken voor wind of zon op land. Dit draagt enerzijds bij aan het tijdig realiseren van afgesproken doelen, maar leidt anderzijds tot onduidelijkheid bij bestuurders en volksvertegenwoordigers over wie, wanneer, waarover beslist.

Verandering van politieke kleur (lokaal, provinciaal én landelijk) leidt soms tot versnelling, maar momenteel vooral tot stagnatie/vertraging.

Samenleving werkt aan beschikbare energie


Beschikbare en betaalbare energie is voor bestaande én nieuwe ruimtelijk-economische ontwikkelingen steeds belangrijker. Het opwekken van voldoende elektriciteit is cruciaal voor nieuwe woonwijken, verduurzaming van bedrijventerreinen en mobiliteit, etc.

Regio’s zien in de samenleving steeds meer initiatieven opborrelen voor opwek, opslag en het delen van energie. Bijvoorbeeld via energiecoöperaties, energiegemeenschappen en energyhubs.

De borging van lokaal eigendom in beleid en projecten blijft in tweederde van de gemeenten achter. Die borging is belangrijk, want die ondersteunt het realiseren van lokaal eigendom. Zodat inwoners en ondernemers samen deels, of helemaal eigenaar kunnen zijn en mee kunnen beslissen over een project en de opbrengsten. Veel regio’s hebben beperkt zicht op het lokaal eigendom van projecten.

Bij energiecoöperaties is Local4local steeds populairder: opwek en afname op kleine schaal, in de buurt. Onder andere door de relatief lage energieprijzen en hoge kosten voor onbalans in het netwerk.

Uit belevingsonderzoek van het SCP blijkt dat driekwart van de Nederlanders vindt dat actie tegen klimaatverandering nodig is. Tegelijkertijd vertalen duurzame intenties zich lang niet altijd in gedrag: mensen voelen zich meer bezorgd dan verantwoordelijk.

Praktijk: Mobiliteit = Energie

We kunnen die twee niet meer los van elkaar zien, zeker niet lokaal, waar alles samen komt. Ze ontmoeten elkaar letterlijk bij de laadpaal. Bekijk de video hieronder met inspirerende voorbeelden van:

  • WattHub XL: een oplaadpunt voor zwaarmaterieel dat gevoed wordt met coöperatieve stroom
  • Kia, dat bi-directioneel laden mogelijk maakt
  • de RET, die het Tramnet inzetten als onderdeel van het energiesysteem.
Externe video: Praktijk: Mobiliteit = Energie

Praktijk: Ruim 600 windmolenaars langs A4 bij Leiden 

Coöperatie Rijnland Energie kocht in 2022 twee windmolens langs de A4 bij Leiden, samen met ruim 600 omwonenden. De Watergeuzen zijn het eerste windpark in RES-regio Holland Rijnland dat voor 100% in particulier bezit is.

Lees verder: De Watergeuzen zijn van ruim 600 windmolenaars

De watergeuzen. Raadsleden uit de gemeente Teylingen bezoeken de Watergeuzen langs de A4 in Leiden.

Praktijk: Energiehandelsplatform in Roosendaal

Op bedrijventerrein Majoppeveld wisselen ondernemers en omliggende agrarische bedrijven duurzame energie uit via een energiehandelsplatform.

Lees verder:Van verval naar duurzaam, modern en aantrekkelijk park

Pieter Wierckx, parkmanager Majoppeveld

Regio’s benaderen energie steeds meer vanuit systeemperspectief


Ook RES’en combineren hernieuwbare opwek met warmte, opslag van energie, besparing, slimme oplossingen en/of infrastructuur.

Deze systeembenadering wordt aangejaagd door netcongestie en belemmeringen in opwek. Maar ook door een vergroot besef van het belang van de ruimtelijk-economische vraag in een regio, zoals woningbouw, mobiliteit en bedrijvigheid.

Als gevolg van deze ontwikkeling richting een deels decentraal energiesysteem, komen ‘nieuwe’ thema’s in veel regio’s nadrukkelijker naar voren: netcongestie, batterijopslag, energy hubs, waterstof, regionale en lokale warmte, lokale opwek, besparing, isolatie etc.

Niet alleen provincies, ook enkele regio's en gemeenten stellen energievisies op, om zo belangrijke keuzes in het energiesysteem in beeld te krijgen:

Praktijk: Integraal programmeren in de RES

De RES Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen ontwikkelde, met netbeheerder Liander, een aanpak voor integraal programmeren van het energiesysteem in de RES-regio. Zij zijn daarmee gangmakers in de provincie Gelderland. ‘Durf ook te zeggen wat je nog niet weet.’

Lees verder: Integraal programmeren in de Groene Metropoolregio

RES Regio Groene Metropoolregio. Op de foto van links naar rechts: Patrick Begemann, Ine van den Hurk en Wietse Kruijsse voor het Provinciehuis in Arnhem (Gelderland)

Praktijk: Met een publiek warmtebedrijf naar aardgasvrij 

In de Drechtsteden is voor het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen een centrale rol weggelegd voor een warmtenet. Het 100% publiek warmtebedrijf HVC zorgt voor doorontwikkeling en uitbreiding van het gemeentegrensoverschrijdende warmtenet. De Drechtsteden voeren de warmtetransitie stapsgewijs uit. Daarbij is niet de infrastructuur leidend, maar de doelgroep.

Lees verder: Drechtsteden gaan met publiek warmtebedrijf vol voor aardgasvrij

Portretfoto Eric Dieleman (RES Drechtsteden)

Energiesysteem en ruimtelijk-economische ontwikkeling hangen sterk samen en vragen om ook een sociaal maatschappelijk perspectief. Het denken ‘vanuit de toekomst naar nu’ in plaats van ‘van nu naar de toekomst’ werkt inspirerend. Een groot deel van de regio’s verdiept zich dan ook in 'de principes van de Wereld van B’.

Het komen tot het integrale, en deels decentrale energiesysteem uit de ‘Wereld van B’ vraagt om nieuwe spelregels. Steeds meer RES’en lopen ertegenaan dat de regelgeving, financiering en samenwerking nog niet is ingericht op het komen tot het nieuwe energiesysteem.

De samenhang tussen energiesysteem en ruimtelijke ordening wordt sterker. Er is ruimte nodig voor het ontwikkelen van het energiesysteem, en er is energie nodig voor sectorale ontwikkelingen. Provincies geven in hun ruimtelijke voorstellen aan dat energie geen inpassingsopgave is, maar een gebiedsontwikkelingsopgave. Wel worden andere opgaven in de ruimtelijke voorstellen vaak verkozen boven extra zon en wind op land, zeker na 2030. PBL analyseerde het geheel aan ruimtelijke voorstellen.

Praktijk Wereld van B: Zutphen (de Hoven) en Goeree-Overflakkee

In een nieuw webcollege neemt NP RES je mee naar het energiesysteem van de toekomst en bespreekt de samenwerking die daarvoor nodig is. De theorie en basisprincipes van De wereld van B komen aan bod en twee inspirerende praktijkvoorbeelden uit Zutphen en Goeree-Overflakkee.

Bekijk hier het webcollege Wereld van B

Lees ook het praktijkverhaal over Goeree-Overflakkee

Wereld van B Goeree-Overflakkee

Praktijk: Energyhub Zutphen (de Mars)

In deze 3-delige podcastserie RES IN BEDRIJF volgen we de wording van een Smart Energy Hub op De Mars in Zutphen. Kristel Lammers (NP RES) en Derk Loorbach (DRIFT) reflecteren op het proces.

Beluister de podcast RES IN BEDRIJF.

De Bruin Equipments - decoratieve afbeelding fabriek

Insteek maatschappelijk debat verandert


De wijze van berichtgeven over de RES'en en de energietransitie is aan verandering onderhevig. De toon was bij de start van de RES'en in 2019 en het neerzetten van de gezamenlijke ambitie in 2021 meer gericht op de vraag hoe inwoners betrokken werden en op urgentie van de energietransitie.

Nu zijn zorgen over de gevolgen van de energietransitie voor de leefomgeving en moeilijkheden die het met zich meebrengt steeds nadrukkelijker in beeld.

Met de vele nieuwe volksvertegenwoordigers en bestuurders aan boord ontstaan - ondanks stevige inspanningen in informatievoorziening - ook leemtes in kennis en ervaring, en daarmee misinformatie over de RES.

Tegelijk is het bewustzijn van het belang van toegang tot (eigen) energie gegroeid als gevolg van de oorlog in Oekraïne, groeiende afhankelijkheid van het buitenland, netcongestie en het stoppen van de aardgaswinning in Groningen.

De focus op negatieve effecten van de energietransitie enerzijds en het belang van de transitie anderzijds botst vaker, en het gesprek verhardt. Daarom probeert NP RES het gesprek met maatschappelijke partijen en georganiseerde bewoners over verschillende perspectieven op de transitie gaande te houden.

De regio’s zelf tonen doorzettingsvermogen en de bereidheid anders te denken en zo oplossingen te vinden. Adaptief leren blijft nodig om te komen tot een toegankelijk en betaalbaar energiesysteem voor iedereen.