Deel IV - Vooruitblik
Deel IV schetst een vooruitblik op basis van de gesprekken in de regio's, en de ervaringen vanuit NP RES.
Wat is nodig?
Geef ruimte aan duurzame opwek
Het realiseren van de (landelijke en regionale) afspraken over opwek op land wordt steeds ingewikkelder, terwijl de noodzaak voor duurzame opwek groot is, nu en na 2030. De lege pijplijn krijgt gevolgen voor wonen, werken en vervoer.
Het is van belang dat (nationaal) beleid voldoende ruimte laat voor hernieuwbare opwek om de benodigde doorgroei van wind- en zonne-energie te realiseren. Als de ruimte voor opwek van duurzame energie te beperkt wordt, heeft dat mogelijk gevolgen voor het in stand houden van de doelen van de regio’s. De regio’s houden hun bod vooralsnog overeind. Ze hebben behoefte aan perspectief na 2030.
Een sluitende business case voor duurzame opwek op land is van belang, om te voorkomen dat ontwikkelaars zich terugtrekken uit Nederland. Relevant hierbij is ook om de mogelijkheden die er wél zijn expliciet te stimuleren.
De continuïteit bij overheden staat onder druk doordat de benodigde financiering niet structureel is ingeregeld. De transitie vraagt om continuïteit: structurele capaciteit bij overheden en doorlopende ondersteuning van de regionale samenwerking in de regio’s is nodig.
Nationale randvoorwaarden
Tempo is nodig in het scheppen van de randvoorwaarden voor het decentrale deel van energiesysteem op de volgende punten:
- Financiering van warmtenetten door bijvoorbeeld socialiseren van investeringskosten, en/of het intrekken van subsidies voor warmtepompen in wijken waar een warmtenet gaat komen.
- Opnemen van energiedelen in de Energiewet – o.a. in energie hubs, local4local en energiegemeenschappen – conform EU-richtlijnen.
- Financiering van decentrale slimme oplossingen.
- (Financiële) prikkels om energie lokaal en tijdens opwek te gebruiken om het net efficiënter in te zetten.
- Juridisch de mogelijkheid bieden om batterijen verplicht netneutraal/netcongestieverzachtend in te zetten in plaats van inzet op de onbalansmarkt.
-
Het stimuleren van het vrijmaken van tijd, middelen en capaciteit voor vraag- en aanbodsturing, bijvoorbeeld door lokale oplossingen mee te nemen in de investeringsbeslissingen van netbeheerders.
- Meer instrumenten voor provincies en gemeenten om planologisch te kunnen sturen op energievraag en –aanbod, en om ontwikkelingen die netcongestie versterken tegen te gaan.
Speelruimte voor decentrale deel energiesysteem
Kaders voor het decentrale deel van het energiesysteem zijn nodig, met voldoende ruimte voor de lokale uitvoering.
Wet- en regelgeving van rijk en ACM kan lokale autonomie en maatwerk faciliteren en stimuleren, bijvoorbeeld door energiegemeenschappen en energiehubs meer ruimte te geven. Dat zal ook bijdragen aan efficiënter en effectiever gebruik van de elektriciteitsinfrastructuur en het verminderen van netcongestie.
Verandering faciliteren met wetgeving lukt alleen als voldoende ruimte wordt geboden voor innovaties. Hier zijn twee dingen voor nodig:
-
Bestaande en succesvolle experimenteerregelingen een permanente plek geven in wet- en regelgeving
-
Een experimenteerregeling uitwerken binnen de Omgevingswet en ruimte bieden voor het vergroten van de juridische speelruimte voor bijvoorbeeld energie delen (met vrije leverancierskeuze), batterijopslag, energie in het omgevingsplan, lokaal eigendom en sneller bouwen.
Het is ook van belang dat de regio’s blijven zoeken naar wat wél kan in het realiseren van wind- en zonne-energie.
Passende ondersteuning voor regio's
Regio’s vragen om samenhang in de nationale ondersteuningsstructuur voor het doorontwikkelen van het centrale en het decentrale deel van het energiesysteem. Hierover wordt eind 2024 een interbestuurlijke samenwerkingsagenda vastgesteld. Deze wordt in de loop van 2025 verder uitgewerkt.
De governance rondom het energiesysteem is complex, net als de samenhang tussen de verschillende nationale doelstellingen. De regio's hebben behoefte aan helderheid over de samenhang tussen NPE, PEH, energievisies, pMIEK, RES en andere trajecten. En duidelijkheid over de eigen rol. Dat helpt om geen dubbel werk te doen en de goede gesprekken op de juiste tafels te voeren.
Intensievere uitwisseling van geharmoniseerde data tussen overheden, netbeheerders en bedrijven is nodig zodat lokaal betere keuzes gemaakt kunnen worden. Daarbij is ook toegang tot elkaars data nodig (o.a. van de netbeheerders).
Gezien de vele juridische vragen, is er sterke behoefte aan juridische ondersteuning over het interpreteren van wetgeving en het benutten van de (experimenteer)ruimte die wet- en regelgeving biedt.